We hebben gegeten. Het is warm. Er komt nog een avondprogramma. Een paar collega’s besluiten te gaan wandelen. Ik ga mee.
Het is heerlijk om voor het eerst in twee dagen van het terrein van de Karmel af te zijn. We wandelen naar Kasteel Tillegem. Voor het kasteel staat een buxus-raster. Langbenige collega S springt over een haagje. Collega K springt achter hem aan. Collega L probeert het wat rustiger en blijft vast zitten op de buxus.
“Paardjes! We gaan paardjes doen!” wordt geroepen. Ik vond het vroeger al eng om te springen over brede dingen. Ik was altijd bang dat ik het niet zou halen. Of dat ik met een voet ergens achter zou blijven hangen. Ik besluit dat ik die angst achter me ga laten. Ik neem een aanloop op mijn vijftien jaar oude Birkenstocks en spring. Ik land, glij uit op het gras en kom hard op mijn rechter bil terecht.
Ik doe alsof er niets aan de hand is. We spelen paardjes.
In de auto van Brugge terug naar huis betekent gas geven pijn lijden. Mijn paardje blijft voorlopig op stal.
Foto: Griet Vanhaevre