Jetlag

februari 27, 2014

Ik open mijn ogen. Ik zie een blauw ladenkastje. Ik weet niet wat onder en wat boven is. Mijn hersenen laten het kastje draaien. Ik vraag me af waar ik ben. Bij wie ik ben. Ik zie balken. Denk aan New Orleans. En aan de annex. 

Het kastje staat recht. Ik lig in mijn eigen bed.


Luisteren

februari 26, 2014

Naar muziek.

concert


Op de dansvloer

februari 25, 2014

dansen


Slaap

februari 24, 2014

Op het vliegveld van Philadelphia houden ze niet van slapers. Alle stoelen in de lange, grijze rijen bij gate 24 hebben stalen leuningen die liggen voorkomen. Ik drapeer mijn jas en sjaal over een van de leuningen als ondersteuning voor mijn hoofd, en schuif mijn lichaam onder twee andere leuningen. Ik denk er nog even over om mijn cowboyhoed over mijn gezicht te leggen maar doe het niet.


Vliegen

februari 24, 2014

Ik sta in de rij voor speciale check in. Ik mag mijn laarzen aan en cowboyhoed op houden. En ik hoef mijn ipad niet uit mijn tas te halen. Iedereen in Austin weet dat ik geen terrorist ben.

We mogen het vliegtuig pas in als onze zone wordt omgeroepen. De purser knauwt kauwgum tijdens de veiligheidsinstructies. We worden gesommeerd niet te roken in het vliegtuig. En als we de rookmelder in het toilet expres vernielen zullen we gestraft worden.


Asleep at the Wheel

februari 23, 2014

De oudste dance hall van Texas, in Gruene, is vol. Het concert van Asleep at the Wheel is uitverkocht. Via C konden we nog binnen met een plaatje op de guest list.

Ik ken de band niet. Maar mijn vriendin is erg enthousiast over ze. Ze schijnen al decennia lang een begrip te zijn. Wereldwijd.

In het voorprogramma krijgen we muziek te horen die me doet denken aan de Muppet Show. Muziek die goed bij Amerika past. Meisjes met korte rokjes en cowboylaarzen zwieren elkaar verbeten over de dansvloer. Ik kijk naar de laarzen. Vergelijk ze met de mijne. Ik vraag me af of mijn schachten niet te wijd zijn.

Asleep at the Wheel trekt zowel ouderen als tieners. De ouderen kennen de teksten van alle songs en zingen regelmatig mee. De jongeren lijken nauwelijks aandacht voor het podium op te kunnen brengen. Ze maken vooral foto’s van elkaar en lachen en gillen luidkeels door de muziek heen.

Ik zie veel cowboyhoeden. En prachtige western shirts. De mannen in het publiek staan achter hun vrouwen. Meestal met een arm om hun vrouw heen. Als ze overmand worden door de behoefte draait de vrouw zich om en begint het koppel een dansje. Losse vrouwen dansen soms alleen. Losse mannen drinken.

De band houdt het lang vol. Het publiek ook. Ik verkleum bij de open ramen en de zoevende ventilatoren. Er wordt enthousiast gelinedanst op Cotton Eye Joe. Ik kijk. En bedenk dat dit wel echt Amerika is.


Gun range

februari 22, 2014

image

De pistolen en geweren liggen in de achterbak van de Subaru. De clips zijn geladen. We rijden naar een drive in bank. Om geld op te halen. Daarna geeft C gas richting gun range. C vraagt me een zwart geweer naar binnen te dragen. Het geweer is zwaar. Ik houd de loop angstvallig op de grond gericht.

In de ontvangst van de range. Stoere mannen, veel schietgerei en harde knallen. We krijgen instructies. C koopt munitie. Met gehoorbescherming en plastic bril op gaan we twee deuren door naar baan tien. Zelfs met bescherming zijn de knallen oorverdovend. Lege hulzen vliegen rond mijn oren. C plaatst een papier met het silhouet van een man tussen twee knijpers en stuurt het met een druk op de knop naar het midden van de baan. Ze plaatst een clip in een pistool met bruin handvat. Schiet. Het pistool steigert in haar hand. Ze kijkt vragend. Ik schud nee. Ze pakt een klein pistool met parelmoer handvat. Laadt. Vraagt. Ik pak het pistool. Richt. Schiet. De terugslag kneust de duim van mijn linker hand die ik verkeerd geplaatst heb. Ik heb geen idee of ik het papier met de man heb geraakt. C geeft me het grote pistool. Ik wil niet. Ik wil weg. Ik pak het grote pistool en schiet.

Terwijl C met een soort kanon gaten van drie centimeter doornee in het mannetje ragt sta ik achter haar. Naast de bak met lege hulzen. Zover mogelijk van alles weg. Op baan negen is een eng uitziende man bezig. Ik zie zijn dikke, rode nek met acne-putten, een zwart t-shirt met doodshoofd dat spant over een enorm brede rug, een zwarte pet met zilveren pin, boomstronken van armen, kleine varkensogen. Hij schiet met een groot zwart geweer. De knallen echoën door de baan. Mijn broekspijpen flapperen. Stofwolken verschijnen op de achterwand. De man kan eng goed schieten. Ik vraag me af waar de man voor oefent. Voel paniek opkomen.

Met de grote geweren wil ik niet schieten. Hoe stoer het ook is. Het bruine pistool is oké. Ik plaats een papier met normaal doelwit en schiet warempel vlakbij de roos.


In de keuken

februari 21, 2014

Miss Lavelle White staat in de keuken. Ze maakt haar befaamde collard greens. We mogen niet helpen. We zouden alleen in de weg lopen. We weten toch niet wat we moeten doen. Sterker nog, we mogen niets doen omdat haar recepten geheim zijn. En de mensen eropuit zijn ze te stelen.

Ik vind het niet erg om op de veranda te zitten lezen. Het is nog lekker warm buiten. En ik ben een beetje bang voor Miss Lavelle.

Ik kan haar gesuikerde cornbread niet eten. Gelukkig vindt ze dat niet erg. Als ik alleen maar collard greens op mijn bord schep vraagt ze of ik vegetariër ben. En zegt dat ze dat al gezien heeft. Aan mijn huid. Zelf eet ze niets.

Er vliegt een helikopter over. Om Miss lavelle in de gaten te houden. Net als al de mensen die langs het huis lopen. En haar willen betrappen op het roken van een joint.

Miss Lavelle is moe. Ze wil naar huis. Slapen in je eigen bed is het fijnst. We zoeken haar spullen bij elkaar en brengen haar naar de auto. Ze besluit toch te blijven slapen. We brengen alles weer terug naar binnen. Miss Lavelle vraagt om een flink bord eten.


Miss Lavelle

februari 19, 2014

Miss Lavelle zingt. Ze praat. Ze swingt. Ze draagt een smaragdgroene jurk met fijne kanten bandjes. Een lang, doorzichtig, crèmekleurig vest met veel glinsters. Ongetwijfeld authentiek jaren vijftig. Er hangen wat losse draden aan haar mouw. Ze heeft een lauwerkrans van zwarte veren in haar haar.

“You’ve gotta get up to go down.” Het is een persoonlijk bevel om te dansen. Zeker als ze in mijn richting kijkt en wijst. Ik blijf zitten. Gefascineerd. De wijn in de Saxon Pub lijkt me te verlammen. “Take your drawers off,” zingt de vierentachtigjarige Miss Lavelle. Ik verwacht een karrenvracht slipjes het podium op geworpen te zien worden.


Cowgirl

februari 17, 2014

image

 


Amerika

februari 17, 2014

Ik blijf het vreemd vinden. De caissière bij de supermarkt met latex handschoenen. Door iedereen gevraagd worden hoe het ermee gaat. Opeens onderdeel van de “guys” te zijn. Niet te weten wanneer prijzen nu precies met of zonder tax orden aangegeven. Mensen op straat met sloffen aan. Een overvloed aan kerken. Het feit dat het enige betaalbare voedsel pizza en taco’s is. De lagen foundation op de gezichten van jonge meisjes. Waar de acne doorheen schijnt. Een poedel met een luier. Laarzen van twaalfhonderd dollar. Reclameborden voor casino’s met tegelijkertijd het telefoonnummer voor hulp bij gokverslaving. Krampachtig lachende mensen. Het geblafte bevel een andere kassa te nemen als je in een langzame rij aanschuift. De schuimplastic koffiebekers. De kerstversiering die nu nog veel tuinen opleukt. De afwezigheid van geitenkaas in de supermarkt. De kinderlijke kunst. De vrij verkochte boksbeugels. De uniformiteit.


Ochtend

februari 16, 2014

Het is vroeg. Niemand is nog op. Ik heb me gewassen aan een spoelbak met spuitslang bovenin de annex. Ik kleed me aan. Kijk wat ik nodig heb. Sluip naar beneden. Passeer de slapende S. Pak de koffie. Trek mijn laarzen aan. Krimp ineen bij de herrie die de voordeur maakt. Voel buiten dat het een warme dag gaat worden. Loop de garage in. Hoor het gegil van het lijk dat als alarm fungeert niet. Loop stilletjes de keuken in. Spied naar hondendrollen. Vind niets. Ik zet koffie.


Leesville

februari 15, 2014

image

In een klein dorp langs de Texas Forest Trail stappen we uit. We willen koffie. Lekkere koffie. We weten inmiddels dat daar een sjieke espresso-machine voor nodig is en dat er geen thermoskannen met drukhendel in zicht mogen zijn. We vinden een koffiehuis dat niet alleen heel erg stinkt, maar waar ook de thermoskannen prijken. We maken rechtsomkeer.

We komen langs een pawn shop. Alles in de winkel heeft een hoog natuurlijk vintage-gehalte. We zien o.a. zadels, gitaren, een dwarsfluit, minstens veertig jaar oude stofzuigers, ringen en werkkleding. Een oude man vraagt of hij ons kan helpen. En vraagt of we misschien Duitsers zijn. We ontkennen. In het gemeentehuis hangen schilderijen die nog door een Duitse krijgsgevangene gemaakt zijn. Die willen we vast zien.

Ik ben meer geïnteresseerd in een sixties sleutelhanger van een afgekloven appelklokhuis en vraag hoeveel hij kost. “You can have it,” is het antwoord. “I hate it.”


Eten

februari 14, 2014

Amerika is een mijnenveld. Overal zit suiker of geraffineerd meel in. De cottage cheese spugen we meteen uit. Zoet. Synthetisch. Vanille. In veel melk zit zoveel suiker dat ik geen cappuccino kan drinken. Na groentenchips piek ik naar ongekende hoogte. Kaas is gevaarlijk. Rondom de zalm zit een laagje suiker. Koffie kan een “flavour” hebben waardoor hij niet te drinken en zoet wordt. Grapefruits zijn nog zoeter dan sinaasappels. Na een theetje suizen mijn oren.


Swinger

februari 14, 2014

Ik dacht dat het een lifter was, de man met het bord langs de weg. Daarna dat het een bedelaar moest zijn. Maar het bleek een sign swinger. Iemand die ingehuurd wordt om met een reclamebord met handvatten langs de weg te staan en er wat mee te zwaaien als er auto’s langs komen gereden. Ik vroeg een Texaan of ze ook bij veertig graden de hele dag staan te zwaaien. En ja, dat staan ze.


Kakkerlak

februari 14, 2014

Het is ochtend en we willen douchen. In de badkamer zit het wasdoekje nog steeds stevig vast in het afvoerputje. We overleggen. Mijn vriendin richt met de douchekop een gloeiend hete straal op het putje. Ik pak heel voorzichtig met een barbecue-tang het doekje op. Geen kakkerlak. Voor de goede orde blijven we nog een tijdje heet water spuiten. Tijdens het douchen kijk ik continu naar mijn voeten.


Trailer trash

februari 13, 2014

New Orleans. Net boven nul. We slapen in een trailer. Waar het ook net boven nul is. Het beloofde kacheltje blijkt een ventilator te zijn die de zaak alleen maar kouder maakt. De onderhoudsman wordt erbij geroepen. Hij hoest zijn longen uit zijn lijf maar verzekert ons dat we ons pas zorgen moeten maken als hij niet meer beweegt. Hij regelt een ufo-achtige roterende kachel voor ons. De beloofde wifi werkt niet. We moeten naar de receptie om bereik te hebben. En de douche doet het ook niet. Maar we mogen die in het doucheblok gebruiken. Honderd meter lopen door de snijdende kou. Het doet me met weemoed denken aan de badkraan van gisteren met heerlijk warm water waar we op onze knieën onder moesten zitten omdat hij niet verbonden was met de douche.


Walmart

februari 13, 2014

Bij de uitgang van de Walmart hoor ik een enthousiaste uitroep “Hello! How nice to see you!” en het geklapper van zoenen. Een vrouwenstem. Een mannenstem antwoordt knauwerig Texaans en chagrijnig. “I don’t remember your name.”


Kakkerlak

februari 12, 2014

Tijdens het eten bij een vriendin vertellen we over de kakkerlak. Ze vraagt of we zeker weten dat het een echte is. We kijken elkaar aan. Daar hadden we nog niet aan gedacht. “Bewoog hij?” vraagt de vriendin. Nee, we hebben hem niet zien bewegen. Maar de rechter voelspriet stond wel in een heel rare hoek. Zou het een grap van onze gastvrouw zijn? We achten de kans zeker aanwezig.

Terug in onze kamer inspecteren we het bad. De kakkerlak is er nog steeds. En hij beweegt. We overleggen over een strijdplan. Mijn vriendin verstopt zich achter de badkamerdeur terwijl ik de doucheslang pak. Ik richt en draai de heetwaterkraan open. Het water komt uit de badkraan gespoten en de kakkerlak rent de verkeerde kant op. Snel trek ik aan de hendel die het water overzet naar de douchekop. De kakkerlak stribbelt tegen. Langlauft tegen de stroom in. Slaat om en sliert richting afvoerputje. “Waar ie-ie?” roept mijn vriendin. De kakkerlak verdwijnt in het putje. Ik spuit nog wat na en prop een wasdoekje in de afvoer. Zodat hij geen wraak kan komen nemen.


Budget Inn

februari 12, 2014

In Jennings draaien we de highway af. Het onweert en stortregent. We stranden bij de Budget Inn. De glimlachende jongeman bij de balie kijkt naar mijn paspoort. Hij vraagt uit welk land we komen. En wat in het paspoort precies mijn naam is.

We zijn opgewonden. “Het is er zo een als in de film!” roepen we in koor. Mijn vriendin rijdt de knalrode huurauto voor de deur van onze kamer. Een hond blaft. Door de open deur van de kamer naast ons zien we de buren. De vrouw zit wijdbeens op bed. Haar benen hebben minstens vijf etages vet en haar buik hangt over de bedrand. Achter haar brillenglazen is haar lege blik op de regen gericht. In het voorbijgaan zie ik ook nog een heel dikke man. “Hi!” roept het paar enthousiast als we ze groeten.


Kakkerlak

februari 11, 2014

“Kom kijken, kom kijken!” hoor ik vanuit de slaapkamer. Ik volg mijn vriendin die haar hoofd voorzichtig om de hoek van de badkamerdeur steekt. “Daar, daar zit-ie!” In de badkuip zie ik een gigantische kakkerlak zitten. We staren zonder iets te zeggen. Tegelijkertijd draaien we ons om en lopen de badkamer uit. “Zullen we boodschappen gaan doen?” vraagt mijn vriendin.


Thrift

februari 10, 2014

We rijden naar de Goodwill Blue Hangar. Dat klinkt makkelijker dan het is. We worden uitgescholden door een Dennis-Hopper-tomtom-stem omdat we niet afslaan wanneer hij dat wil. Dennis denkt dat we naast de highway rijden in plaats van erop.

Als we eindelijk de hangar binnen stappen kijken we onze ogen uit. Hij staat vol met grote blauwe bakken waar voornamelijk kleding in zit. We zien een horde bezoekers achter een lijn staan. Als het startsignaal gegeven wordt storten ze zich op vers aangevulde bakken en graaien wat ze graaien kunnen. Wij vinden de meeste kleding te vies om aan te raken. We gaan weg als ik gekriebel op mijn hoofd voel.


Booby trap

februari 9, 2014

’s Ochtends ben ik onverschrokken. Of misschien gewoon dom. Ik stap uit het bed met blote voeten de keuken in. Ik heb geluk. De hoogbejaarde hondjes hebben hun behoefte netjes op een van de in de keuken verspreid liggende absorbtie-doeken gedaan. Vandaag geen gecamoufleerde hondendrol die als klei tussen mijn tenen plakt. Of een natte voet.

Wel word ik verrast door een nep-vuurvliegje dat tegen de binnenkant van een jampot ratelt zodra ik aan de ronde eettafel ga zitten. Ik kijk achterdochtig naar de objecten op de tafel. Naar het varken dat als je hem indrukt een kerstliedje knort. Het rendier dat jelly beans schijt. Het pluche biggetje dat bij aanraking beledigende teksten brult. Bij het roze beest met groene snuit blijf ik uit de buurt. Daar kwam gisteren een kogel uit gevlogen die ternauwernood mijn linker oog miste.


Frustratiemoment

februari 8, 2014

De vlucht naar Austin gaat een uur langer duren dan gepland. Als dank mogen we klant worden van Barclay’s. Beter gezegd: onze Amerikaanse medereizigers mogen dat. Wij natuurlijk niet. En ik al helemaal niet. Ik krijg in eigen land niet eens een credit card. Omdat ik niet genoeg verdien. Omdat ik een pauper ben. Jammer genoeg is de credit card het enige geaccepteerde betaalmiddel hier op het vliegtuig. En is er niets van eten voorzien op de nu vijf uur durende vlucht. Gelukkig heb ik acht uur geleden nog een heerlijke dubbele boterham met drie schijfjes komkommer en drie schijfjes tomaat gekregen. Waarvan ik de boterham niet kon eten.

De airco staat op full blast. Mijn lippen barsten en mijn keel en neusgaten drogen uit. Ik heb een dikke gebreide sjaal en trek de capuchon van mijn bodywarmer over mijn hoofd. De man voor me kiepert zijn stoel zover achterover dat ik met mijn benen wijd moet zitten om ze kwijt te kunnen. Onze stoelen kunnen niet achterover omdat we voor de nooduitgang zitten. Als ik rechtop zit, zit ik met mijn schouders tegen het hoofdkussen. Voor onderuitzakken is geen ruimte. In geen enkele positie zit ik comfortabel.

Over drie uur landen we. Het zal een blije aankomst zijn.


Vliegen

februari 7, 2014

Voor de tweede keer deze week staat de wekker op vroeger dan zes uur. Zodra hij gaat spring ik uit bed. Ik hoor een andere wekker overgaan in de kamer naast me. Ik rep me naar de badkamer. Niet veel later zitten we in de auto naar het station. Waar we erachter komen dat de trein waarop we mikten om op tijd bij de luchthaven te geraken de Thalys is waar we niet in mogen. We wachten een extra 25 minuten met een beker koffie.
Op de trein zitten we in een balkon-vierzits, tegenover een morsige man. De man draagt zakenkleren maar geeft de indruk dat hij net uit bed gerold komt. Met grote regelmaat hoest hij zijn hand nat en wrijft hij door zijn haar. Hij eet een chocolaatje. En smakt. Hij eet een banaan. En hoest.
Een zware vrouw met ongekend diep decolleté loopt langs. Haar enorme borsten lillen. Ze trekt een spoor van parfum.
Iets te laat maar zijn we op het vliegveld. Zodra we door de controles zijn doden we de tijd met koffie en een krantje. Juist als we besluiten dat we op het vliegtuig water zullen nodig hebben horen we onze namen omgeroepen worden. Final call. The gate closes.

image


Vies

februari 6, 2014

Geen bh dragen is vies. Schaamhaar is vies. Okselhaar is ondenkbaar vies. Je intieme delen was en irrigeer je met zeepvrije zeep. Om niet vies te zijn. Geen parfum gebruiken is vies. Geen deo gebruiken is ondenkbaar vies. Een condoom is vies. Glijmiddel nog viezer. Schaamlippen horen onzichtbaar te zijn. Ik maak me zorgen over de jongeren van vandaag.


Borsten

februari 5, 2014

Ze kijken elkaar verbaasd aan. Waar borsten voor zijn? Wat is dat nou voor vraag? De groep van 26 voornamelijk Turkse zestienjarige meisjes zit in een cirkel in het klaslokaal. Praten over seksualiteit, liefde en relaties vinden ze maar vreemd. “Borsten zijn voor de baby,” zegt een moedig meisje. “Voor de melk.” Ik zeg dat ik geen kinderen heb en vraag ze of mijn borsten er dan voor niets zijn. “Dan kunt u misschien andere baby’s drinken geven,” komt het uit de klas. Ik zie knikkende gezichten.

Of borsten voor nog meer goed zouden kunnen zijn, vraag ik. “Voor de mannen. Mannen vinden borsten leuk.” Ik beaam dat veel mannen borsten leuk vinden. “Kunnen jullie nog iets anders verzinnen?” hou ik vol. “Om lingerie te kunnen dragen.” “Ja, lingerie dragen is leuk, maar maar maar… echt niets anders?” Ze weten niet waar ik naartoe wil. Als ik zeg dat het voor vrouwen fijn kan zijn als hun borsten aangeraakt worden tijdens het voorspel of de seks vraagt een meisje zachtjes: “Wat is voorspel?”


Eieren

februari 4, 2014

Oom staat in de gang als ik de boerderij binnen ga. “Heb je eieren geraapt?” “Nee, de kip is dood.” “Je eiermandje is leeg.”

Een minuut later stap ik weer de boerderij binnen. Oom staat nog steeds in de gang. “Heb je eieren geraapt?” “Nee.” “O, nog steeds niet.”


Down below

februari 3, 2014

Ik woonde in Engeland. En had last van een vaginale infectie. Irritatie. Branderig gevoel. Jeuk. Ik maakte een afspraak met de dokter. De dokter was gekleed in een vooroorlogse combinatie van beige en bruin. Hij droeg een bril met een vettige waas op de glazen. Hij maakte geen oogcontact. Eenmaal gezeten begon ik te vertellen wat ik mankeerde. Hij onderbrak me: “So you have problems down below?” Ik beaamde dat mijn problemen zich onder de gordel afspeelden en wilde weer uitleggen wat er aan de hand was. Hij onderbrak me een tweede keer: “These pills should take care of it.” Ik nam het recept aan en droop af.


Weg versperring

februari 1, 2014

De vrachtwagen voor me stopt abrupt. Ik trap op de rem. We staan een poosje stil. Als er weer gereden wordt zie ik dat we hebben gewacht voor een stoplicht. Achter het stoplicht staat een dranghek met een pijl. Naast het hek staat een schichtig kijkende man in fluovest. Eenmaal voorbij de versperring zie ik, in mijn achteruitkijkspiegel, de man het hek naar de overkant van de weg sleuren. Daarna sprint hij terug, pakt het stoplicht op zijn schouder en rent ook daarmee naar de overkant. De weg is leeg.