Ingenting

mei 31, 2014

Ik kijk naar Scandinavische tv-series. Op mijn laptop. In mijn bed. Onder twee dekbedden. Zo hoef ik niet te denken. Ik kijk naar mensen die alleen maar acteren dat ze iets voelen. Mensen die doen alsof. Dat is op de een of andere manier geruststellend. En een pauze van de echte emoties.


Verdriet

mei 30, 2014

Hij hangt op mijn schouder. En huilt. Ik huil niet. Dan wel. Grote tranen. Zonder geluid. Ik kan me niet bewegen. Ik voel me eenzaam als nooit tevoren.


Confrontatietocht

mei 29, 2014

De opdracht is om je uitdaging te zoeken.

Ik lever voor drie dagen mijn gsm in. Ik drink geen alcohol. Ik lever mijn glucosemeter in. Ik ben drie dagen achtereen omringd door mensen. Ik begin met een grote blaar op mijn linker hiel aan een tweedaagse wandeltocht door de bossen. In de regen.

Ik had vast nog veel meer kunnen doen. Meer van mezelf kunnen eisen. En dat zonder moeite kunnen opbrengen. Omdat alles in het niet valt bij de grote leegte die sinds twee weken in me is.


Confrontatietocht

mei 25, 2014

De rugzak is ingepakt. Ik heb hem nog niet getild. Mijn waterdichte wandelschoenen staan klaar. Ik heb er nog niet vaak op gewandeld. Ze zijn wat krap. Ik voorzie blaren. Ik gooi mijn cowboylaarzen in de achterbak van de auto.

Er wordt regen afgegeven. Ik verwissel de cowboylaarzen voor rubber laarzen. Pak mijn regenjas in. En mijn regenbroek. En het meriniowollen jack waarin mijn moeder het comfortabel warm had.


Waarom huil je niet?

mei 24, 2014

“Kijk, die durft tenminste haar emoties te uiten,” hoor ik als er iemand huilt. Ik vraag me af welke emoties geuit worden. “Die laat zichzelf zien,” klinkt het. Ik zie alleen tranen. Verder reikt mijn blik niet.

Ik weet niet waarom iemand huilt. Ook niet op een uitvaart. Er wordt klakkeloos aangenomen dat het verdriet is om de overledene. Vanuit liefde. Vanuit gemis.

Als ik huil weet ik niet precies waarom. Als ik huil verdenk ik mezelf allereerst van zelfmedelijden. Ook op een uitvaart. Alsof ik van buitenaf naar mezelf kijk en die vrouw zielig vind. Al zie ik mezelf dan niet als vrouw, maar als kind. Dat is nog zieliger. Dus huil ik harder. Of ik huil uit verbazing. Of omdat anderen huilen. Of uit frustratie. Woede. Angst.

Ik heb liever dat niemand mijn tranen ziet. Dat niemand etiketten op mijn emoties plakt. Dat het kind binnen blijft. Dus dring ik mijn tranen zoveel mogelijk terug.


Confrontatietocht

mei 23, 2014

De rugzak staat klaar. Ik kijk er met argusogen naar. Ik heb het niet op rugzakken. Binnen de kortste keren krijg ik, als ik ze draag, pijn aan mijn sleutelbeenderen. Het rugzakje met mijn plastic fototoestel kan ik niet langer dan zo’n twee uur hebben. Deze rugzak uit vervlogen tijden weegt zonder inhoud al heel wat. Ik hoop maar dat de buikriem mijn sleutelbeenderen zal ontlasten.

Gelukkig ben ik in het bezit van een lichtgewicht slaapzak. Zo een die ritselt bij elke beweging die je maakt. Ik prop hem in een compressiezak. Vervolgens ga ik op de compressiezak liggen om hem met aantrekkoorden kleiner te maken. Ik probeer het pakket in het slaapzakcompartiment van de rugzak te krijgen. Ik faal. Ik ga nogmaals op de compressiezak liggen. Snoer nog strakker. Herinner me gevloek en frustratie uit de vervlogen tijden. De zak past. En de rits sluit.

Ik til de rugzak op. Vind hem zwaar. Morgen laad ik de rest van mijn spullen wel in. Voor vandaag is het genoeg.


Moe

mei 22, 2014

Ben je al eens zo moe geweest dat je er misselijk van wordt? Zo moe dat je niets meer voelt? Dat je vanbinnen helemaal leeg bent? Ben je al eens zo moe geweest dat je niet meer goed kunt kijken? En dat niets je meer kan schelen?

En dat je toch niet kunt slapen?


Uitvaart

mei 21, 2014

Het lied “The Parting Glass” klinkt. De familie begeleidt haar kist naar de zwarte Mercedes Benz. De kist rolt geluidloos naar binnen. De achterklep zoeft dicht. De Mercedes Benz zet zich in beweging. De familie volgt. Daarachter komen de andere rouwenden. Bij de dijk houdt de stoet stil. De auto rijdt zachtjes voort. Gaat de bocht om. Komt gedeeltelijk weer terug in het zicht. Lijkt als een schip door het landschap te glijden. De lucht is blauw. Met enkele hitte-temperende wolken. De zon schijnt. Het is stil. Een witte vlinder fladdert om de mensen heen.

Een kennis van de kersverse weduwnaar vindt het schandalig dat niemand mee ging naar het crematorium. Zo kil. Als ze haar auto mee had gehad zou ze erin zijn gesprongen. Achter de Mercedes Benz aan. De uitvaart van haar eigen man was toch duidelijk beter geweest. En persoonlijker.


Mooi

mei 19, 2014

Sinds woensdag is het warm. En bloeit de boerenjasmijn. Een vlinder komt de keuken binnen gevlogen. De dag erna krijgen we visite van een witte nachtvlinder met een donzige kop. Je kunt er iets in lezen. Je kunt er ook van genieten.


Vogeltje

mei 18, 2014

Ze lag zo stil. Alleen onder een laken. Ze had het niet koud. Haar lijf deed geen pijn. Haar neus was gestopt met bloeden. En ze maakte zich ook geen zorgen.


Waar ben je?

mei 17, 2014

leeg


Lief

mei 16, 2014

“Jij bent niet lief,” zei hij toen ik een jaar of veertien was. “Mama is lief, maar wij, van mijn kant van de familie zijn dat niet. Jij hebt het ook niet, dat lieve.”

Ik heb hem jarenlang geloofd.


In de disco

mei 14, 2014

Na een half uur rondrijden voor een parkeerplaats, uren café en meerdere consumpties, zijn we moe. De man die bij mijn vriendin is biedt aan ons naar onze parkeerplek te rijden. Als we bij zijn auto zijn haalt hij ons over nog een laatste drankje te drinken met hem.

Even later staan we in een Afro-disco. Swingende muziek, palmen in potten, spiegelwanden, flesvormige spiegelbollen en een goed met rum en likeuren gevulde bar. De muziek staat hard. De dansvloer staat vol. Bijna iedereen is donker en mannelijk. En flink geparfumeerd. Het is alsof we naar een ander werelddeel geflitst zijn.

Er komt een jonge man met lange vlechtjes naast ons staan. Hij zegt iets tegen me. Ik versta hem niet. Dus knik ik en glimlach ik breed. Mijn vriendin lacht. De man zegt nog iets. Ik hoor weer niets. Maar blijf vriendelijk. De man gaat weg. Mijn vriendin slaat een arm om me heen. “Hij zei dat hij je mooi vindt.”

De jonge man komt weer naast ons staan. Dit keer vertelt hij – wel vier keer – dat hij koning Filip persoonlijk kent. Albert, daarentegen, kent hij niet. Wij knikken en lachen vriendelijk.

Als we richting deur schuifelen voel ik een hand die stevig in mijn bovenarm knijpt. De jonge man kijkt me doordringend aan.

Ik denk aan Paradis Liebe van Ulrich Seidl, waarin Oostenrijkse vrouwen van in de vijftig zich laten verleiden door jonge Keniaanse mannen die het op hun geld voorzien hebben. Ik voel me oud.


Moe

mei 13, 2014

Ik ben moe. Al dagen lang. Zo moe dat ik het liefst de hele dag in mijn bed doorbreng. Maar dat gaat niet. Ik heb een afspraak met de internist. Ze vertelt me dat het heel goed met me gaat. We besluiten de Tolbutamide te stoppen. Ik vier het nieuws met een zak groentenchips. Mijn bloedsuikerspiegel schiet omhoog. Hevige tintelingen in handen en voeten. Drie uur na de chips zit ik nog op 9,3 mmol/l. Ik trek mijn oranjepaarse hardloopschoenen aan. Loop mijn rondje. Uithijgend op mijn bed prik ik nog eens. 6,3 mmol/l. Een volle drie punten gezakt. Ik schrap de groentenchips van de lijst met toelaatbare etenswaren.


Last van licht

mei 12, 2014

Ik slaap in het bed van mijn vriendin. Of beter: ik lig wakker. Mijn vriendin houdt van licht. Ik iets minder. Zeker om zes uur in de morgen als ik om half drie naar bed ben gegaan. Ik vind dat ik me niet moet aanstellen. Draai weg van het raam. De slaap komt niet.

Ik zoek in mijn tas naar iets wat ik voor mijn ogen kan binden. Ik vind een onderbroek. Huidskleur. Ik trek hem over mijn hoofd. Huidskleur is niet erg lichtdicht. Ik vouw de rand van de broek dubbel. Nog komt er teveel licht binnen. Ik zoek weer in de tas. Vind een sok. Donkerblauw. Ik leg de sok over mijn ogen, trek de onderbroek over mijn hoofd om hem op zijn plaats te houden, en voilà, ik ben klaar voor nog een fijne drie uur slaap.


Koffie

mei 10, 2014

Ik ben veel te vroeg wakker. Lig te draaien. Bedenk hoe fijn het zou zijn als iemand nu koffie voor me zou zetten. Met mijn espresso-potje. En dat-ie dat naar me toe zou brengen. Zonder er iets voor terug te hoeven hebben. Geen seks. Geen conversatie. Dat-ie ook gewoon een kopje koffie zou drinken.


Hoofdloos

mei 9, 2014

Als mijn man geen hoofd op zijn schouders had zou ik ook wat pipsjes kijken.

zonder hoofd


Hallucinant

mei 8, 2014

Bij de Gamma. Ik vraag een vriendelijke meneer in blauw Gamma-kostuum of de Gamma ook schuursponsjes heeft om metaal mat mee te polijsten. De meneer weet meteen wat ik bedoel. Binnen de minuut sta ik met een schuurpad aan de kassa. Voor me in de rij kiepert een man zijn Gamma-mandje leeg op de kassaband. Hij zet het mandje op de vloer naast de kassa en geeft er een trap tegen. De man rekent af. Ik kijk naar de tatoeages van de kassière. Ze bedekken haar hele onderarm. Ik hoop maar dat de naam, die ik op haar arm en op het zilveren kettinkje om haar hals lees, van haar is en niet van haar vriendje. Of dat ze voor altijd en eeuwig van het vriendje zal blijven houden.

De man voor me heeft geen scheidingsbordje neergelegd achter zijn spullen. Dus doe ik het. Ik leg mijn schuurpad op de band. En achter de pad positioneer ik een volgend scheidingsbordje. Ik reken mijn pad af. Tijdens het afrekenen komt een meneer aan de andere kant van de kassa staan. Hij wappert met een bon en wil mijn schuurpad pakken. De kassière zegt dat ik die juist heb afgerekend. De man zegt dat de pad van hem is. Hij laat zijn kassabon zien en zegt “Kijk maar!” De kassière zegt dat ze naar de videobeelden van de kassahandelingen moet kijken om te zien of de man gelijk heeft. “Ik had net de laatste pad gepakt,” zegt de man. Hij zwaait met de kassabon naar mij. “Dat is toch ongelofelijk!” roept hij. Ik pak mijn net betaalde pad. Hij kijkt me boos aan. En smaalt: “Nou, als je hem hebt afgerekend zal het wel goed zijn hè?”

Misschien is er iets met me aan de hand.


Kleine cadeautjes

mei 7, 2014

De lucht was grijs. Zodra ik een stap met mijn feloranje-paarse hardloopschoenen buiten zette, brak de zon door. Niet lang nadat ik weer binnen was begon het te regenen.

Mijn garageman maakte het losse slangetje van de sproeivloeistof vast en vulde het reservoir voor me bij.

De mevrouw van de kringwinkel gaf me gratis een riempje omdat het toch maar van plastic was.

Ik vond een vintage spiegel om de door mijn val gebarsten spiegel mee te vervangen.

Het amandelmeel in de natuurvoedingswinkel was niet op.

En de man van het staalbedrijf hield de deur voor me open.


Hartjes

mei 6, 2014

Na de voorstelling komt een jongetje op me afgelopen. “Mag ik dit hartje hebben?” vraagt hij. Hij houdt een van onze rode papieren hartjes, die tijdens de act uit een liefdesbrief gedwarreld komen, omhoog. Ik antwoord dat dat zeker mag en dat hij er zelfs meer mag hebben. Ik vraag hem of hij geen broertjes of zusjes heeft. Dan zou hij ook voor hen hartjes mee kunnen nemen. “Ik heb een broer,” antwoordt hij. Hij kijkt naar de grond. “Maar van hem hou ik niet zo.” Ik zeg niets. “Maar ik hou wel van mama. Ik ben heel verliefd op mama.” Ik zeg hem dat hij dan zeker ook een hartje voor zijn mama mee moet nemen. Dat vindt hij goed. “Maar ik pak er ook nog eentje voor mezelf.”


Voorbereidingen

mei 4, 2014

Morgen twee acts. Vier shows. Doeken, MasTango, MasTango, doeken. We spelen op Parka Kultura in Wageningen. Ik denk na. Het is niet zo dichtbij dat als ik iets vergeet ik er even om kan rijden. Mijn prachtige nieuwe blauwe kostuum kan ik niet dragen in de doeken. Daar hoort nogal wat make-up bij, die niet bij MasTango past. Het rode doekenkostuum. Dat kan wel. Met rode doeken. Dat is buiten ook mooi. En daar past de MasTango make-up bij. Zelfs met het MasTango-kapsel zou ik in de doeken kunnen. Het kostuum bestaat uit een jurkje, een broekje en een netpanty. Ik kijk naar mijn rechter been. Zie de enorme blauw-gele plek die ik heb overgehouden aan de val van mijn zoldertje. En opteer voor een zwarte catsuit.


De doos van Pandora

mei 3, 2014

Soms wil je iets heel graag, maar mis je de juiste sleutel om erbij te komen. Andere keren heb je de sleutel maar heb je geen idee wat je zult openen.

sleutel


Telefoon

mei 2, 2014

’s Nachts zet ik mijn telefoon uit. En de wifi. Omdat ik dan rustiger slaap. Gisteren was ik moe. Erg moe. Ik weet niet of ik goed sliep. Ik herinner me verwarrende dromen. En een toiletbezoek. Ik word moe wakker. Bovenop de telefoon. Die aan staat.


Vriend

mei 1, 2014

Zijn vriend haalt paardenspullen op. Samen met nog andere vrienden. Een hele trailer laden ze vol. Ogen glimmen.

Zijn vriend zal ceremoniemeester op zijn begrafenis zijn.

Zijn vriend haalt hem over om nog eens naar buiten te gaan. Hij gaat. Met moeite.

Zijn vriend zegt dat het wel eens de laatste keer zou kunnen zijn dat hij buiten loopt. Vraagt of hij daar geen foto van had moeten maken. Wat denk je zelf vriend?